Aangaande mif eti mijn huis
„Als gij in uw huis zit".Wat is het toch met het Vereenigingsleven van de jeugdige leden onzer Kerken tip-top in orde, haast om er trotsch op te wezen.Onze jongelingen hebben htm. Jongeüings-vereenigingen, weer georganiseerd in ringvergaderingen, provinciale af deelingen; en hun Bon ...
Aan,guaitd& ndj, en, mljjn, huis
„Zijt daders des Woords".Eén van de belangrijke dingen, die een vader zijn kinderen zal hebben „in te scherpen" — we zagen het een vorigen keer — is hetgeen Salomo zijn zoon leerde: „Vereer den Heere van de eerstelingen uwer inkomsten!"Alléén maar, hijzelf zal dan ook dit Woord des ...
Aangaande mij en mijn huis
Het is een heilige taak der ouders, dat ze altijd en overal, waar ze hun kinderen bij zich hebben, tot hen en met hen zullen spreken de woorden van Gods Verbond: van Zijn trouw, van Zijn grootheid, van Zijn genade; van Zijn rijke beloften, van Zijn geboden, die niet zwaar zijn, en in het volbreng ...
Aangaande mij en mijn huis
„Deze zes haat de Heere; ja, zeven zijn Zijne ziel een gruwel".De Spreukendichter zet deze griezelige, weerzinwekkende gruweldingen op een rij; echter niet willekeurig. Er zit systeem in, en symmetrie.In het midden, in het centnmi plaatst hij, waar we dezen keer over handelen, waart ...
Aangaande mij en mijn huis
„OOST WEST — THUIS BEST"Wonderlijk toch!Hoe gehecht we mogen zijn aan ons eigen huis; hoe wij ons eigenlijk alléén daar volkomen thuis gevoelen; hoe we daar omringd zijn van al de geriefelijkheden, waar we niet buiten kunnen; hoe er ieder huisgenoot en ieder ding zijn eigen plaats h ...
Aangaande mij en mijn huis
„Naar de gewoonte".De gang van ons leven, ons doen en ons laten, al onze gedragingen, het wordt voor een lieel groot gedeelte bepaald door de gewoonten, welke heerschen in het milieu, waarin we verkeeren, bijzonder in het milieu waarin we zijn groot geworden en zeer bijzonder in het milieu ...
Aangaande mij en mijn huis
„Ik heb hem van den Heere gebeden".Schandelijk was het zooals Peninna, door God rijkelijk met kinderen gezegend, zich gedroeg jegens Hanna, de kinderlooze; schandelijk en goddeloos. Want zoo goed als zij het kon weten, en het ook wist, dat haar kinderen een godsgeschenk waren, wist ze ook, ...
Aangaande mij en mijn huis
De Heere haat het kwaad en heeft er een gruwel van.Het is de groote vraag voor eiken opvoeder, ook voor eiken Christen-ouder, hoe het kind de juiste houding te doen aannemen, ten opzichte van de zonde. Ik zonder hier natuurlijk uit de velen, die van zonde niet meer willen weten; en liever ...
Aangaande mij en mijn huis
Ook hier is weer de groote opvoeder aan het woord, die zich richt tot „zijn zoon". „Mijn zoon", aldus spreekt hij hem aan. Hij wil hem nu waarschuwen tegen de zonde, door hem het ernstige, afschuwelijke, vreeseUjke karakter der zonde klaar voor oogen te stellen.Een taak, die rust op eiken ...
Aangaande mij en min huis
„Ken den Heere in al uwe wegen".In den tijd, waarin de zomer zich gereed maakt, zijn intrede te doen; het feestkleed reeds heeft aangetrokken; de vogels en bloemen zich uitputten de „blijde ihcomste" te vieren met zang en kleur en in den mensch het verlangen ontwaakt volop te genieten van ...